Arbeidstijd

Op tijd weten hoe en wanneer je moet werken is erg belangrijk. Je werkrooster heeft natuurlijk een groot effect op de werkbaarheid van je job, op de combinatie tussen werk en privé. Als je zelf je werktijden mee kan bepalen, is dit nog beter. Arbeidstijd is een complexe aangelegenheid. De uitleg hieronder is bondig. Voor meer informatie kan je terecht bij de vakbondsafgevaardigde van ACV Puls of in de secretariaten van ACV Puls.

Arbeidstijdwetgeving

De algemene wetten over arbeidstijd zijn grotendeels geschreven op maat van een voltijdse job van onbepaalde duur, met vaste uren van maandag tot vrijdag. In de cultuursector zijn korte contracten en werken in de weekends eerder regel dan uitzondering. Werken is voor velen dan ook geen nine-to-fivejob.

In de sector zijn, naast wetten, ook sectorafspraken nodig. Ook in de organisaties met vakbondswerking zorgt ACV Puls voor goede afspraken.

Alle uurroosters die in de organisaties gebruikt worden, moeten in het arbeidsreglement staan en goedgekeurd zijn door de ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging. De uurroosters geven het begin en het einde van het werk aan. Die mogen nooit korter zijn dan drie uur (2 uur voor loongroep D) of langer dan 12 uur. Na ten hoogste zes uur heb je recht op een pauze.

De wet verplicht ook een rustperiode van minstens elf uur tussen twee werkdagen en minstens één rustdag in elke week. Je werkgever mag je ook niet voortdurend te veel of te weinig inplannen in de dienstregelingen. In een periode van een jaar moet je contractueel overeengekomen arbeidsduur gerespecteerd worden.

Extra loon voor overuren

De uren/dagen die je tussen 1 september van vorig jaar en 31 augustus van het huidige jaar extra hebt gewerkt en die je op 31 augustus nog niet hebt opgenomen, geven recht op een extra betaling van 50%.

Tussen flexibiliteit en voorspelbaarheid

In het sociaal overleg met de werkgever zien de vakbondsafgevaardigden van ACV Puls er op toe dat dienstplanning, werkverdeling, uurroosters en personeelsbezetting evenwichtig en voorzienbaar zijn.

Er worden ook ‘nieuwe’ arbeidsvormen toegepast in de sector. Door de nieuwe wet 'wendbaar en werkbaar werk' is het mogelijk om ‘glijtijden’ (regelingen waarbij je als werknemer zelf kunt kiezen om op een bepaald uur je werk te starten en te stoppen), telewerken of zelfs de mogelijkheid om gedeeltelijk thuis te werken in te voeren. Het is nodig dat over deze zaken het nodige sociaal overleg met de werknemers gebeurt.

Er is nog werk aan de winkel met de arbeidstijd

Arbeidstijd cultuur is een complexe en delicate aangelegenheid. Wie in de sector werkt, kent zowel de noden eigen aan het werk, als het belang van goede arbeidsregelingen voor het eigen welzijn.

Een evenwichtige flexibiliteit is zowel voor de werkgever als voor de werknemers een belangrijk thema. Om het werk ‘werkbaar’ te houden, zet ACV Puls zich in voor goede en evenwichtige oplossingen. Een degelijke bescherming bieden tegen overdreven flexibiliteit en werkdruk is een must.
 
De normale wekelijkse arbeidsduur is 38 uur, een werkdag telt normaal 7,6 uren, pauze niet inbegrepen. Het is mogelijk dat hiervan wordt afgeweken, maar dan moet de nieuwe arbeidsregeling opgenomen zijn in het arbeidsreglement van de organisatie.

De volgende afwijkingen zijn dan mogelijk:

  • De wekelijkse arbeidsduur kan bereikt worden op jaarbasis. Een jaar loopt normaal van 1 september tot en met 31 augustus. Op ondernemingsvlak kan in het arbeidsreglement een andere referteperiode bepaald worden. Dit betekent dat je bepaalde perioden meer uren kan werken dan 38 uur per week, de inhaalrust voor de teveel gewerkte uren moet gegeven worden voor 31 augustus.
  • Opgelet: in de loop van het jaar mag de totale duur van de verrichte arbeid de toegelaten gemiddelde arbeidsduur met niet meer dan 143 overschrijden. Dit betekent dat je geen enkel extra uur meer mag werken, maar eerst inhaalrust moet nemen.
  • Als je in dienst bent met een contract bepaalde duur, moet de inhaalrust gegeven worden voor het contract ten einde loopt. Als dit wegens overmacht niet kan, moeten de uren boven de wekelijkse arbeidsduur uitbetaald worden.
  • Er mag gewerkt worden op zondag, de inhaalrust voor deze zondag moet in de loop van de zes dagen die volgen op de gewerkte zondag genomen worden. Voor de werknemers in de artistieke en de technisch-artistieke functiegroep kan men in periodes van repetities en reisvoorstellingen maximum 10 dagen achter elkaar werken. Vrije dagen tijdens buitenlandse tournees tellen als rustdagen.
  • Indien een wettelijke feestdag valt op een normale rustdag, zal de feestdag worden gegeven op een andere normale werkdag.

 
De werknemers uit de artistieke functiegroep en de technisch artistieke functiegroep en de chauffeurs kunnen:

  • Maximum 12 uur per dag bij generale repetities, festivals, voorstellingen en receptieve programmatie;
  • 10 uur per dag in alle andere gevallen; tewerkgesteld worden;
  • Maximum 84 uur per week in geval van generale repetities, festivals en reisvoorstellingen werken;
  • Op maximum 60 uur per week in alle andere gevallen werken;
  • ’s Nachts tewerkgesteld worden op voorwaarde dat de werknemer, in elke periode van 24 uren tussen de beëindiging en de hervatting van het werk, recht heeft op een rusttijd van minstens 8 uren en op voorwaarde dat er afspraken zijn gemaakt in het arbeidsreglement.

Indien de dagelijkse arbeidsduur meer dan 10 uur bedraagt, wordt ofwel overloon aan 75% ofwel inhaalrust aan 75% voor elk uur boven 10 uur per dag toegekend. De beslissing over overloon of inhaalrust ligt bij de werkgever.

Voor de werknemers uit de overige functiegroepen bedraagt de normale dagelijkse arbeidsduur 7,6 uur (exclusief de rustpauzes), met toekenning van compensatierustdagen zodat tijdens een periode van 1 jaar, gaande van 1 september van elk jaar tot 31 augustus van het daaropvolgend jaar, de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 38 uur wordt gerespecteerd.
 

Uurrooster

Alle werknemers, tewerkgesteld met een variabel uurrooster, moeten hun maandelijkse uurrooster acht dagen voor de aanvang van de maand meegedeeld krijgen. Wijzigingen aan de vooraf meegedeelde uurroosters zijn enkel in overleg tussen werkgever en werknemer mogelijk.
 

Deeltijdse werknemers

Een contract moet minstens 13 uur per week bevatten, behalve voor medewerkers uit loongroep D (Portier / Bewaker / Conciërge, Schoonmaakmedewerker, Onthaal / Publieksmedewerker)

Een gewerkte dag moet minstens 3 uur tellen, bij werknemers uit loongroep D kan dit 2 uur zijn.